Allereerst: OUDERS BEDANKT!!!!!
Wat fijn dat er voor ieder kind iemand was om deze mijlpaal mee te vieren!
Helen en ik hebben genoten van deze ochtend, we raakten er niet over uitgepraat.
Van de ouders van Sam en Maud heb ik veel foto's gekregen.
Deze zijn te zien in de diavoorstelling aan de linkerkant van deze blog of via deze link.
zondag 31 januari 2016
Stagiair van het HPC
Afgelopen maandag en dinsdag was Lars bij ons in de klas voor zijn snuffelstage.
Hij is een oud-leerling van onze school en zit nu op het HPC.
Hij heeft met enkele kinderen extra gelezen of sommen gemaakt.
Maar hij heeft ook meegeholpen met de voorbereiding van onze knutsel-les,
mede door hem staan er nu bijvoorbeeld heel veel leuke krokodillen in onze klas.
Leuk dat je er was, Lars. Veel succes verder!
woensdag 20 januari 2016
Ei
De laatste letter/klank van kern 6 is ei en die hebben we nu ook geleerd.
Het ei zelf heeft nu ook geen geheimen meer voor ons.
We weten waarom een ei rond is.
En hebben door proefjes ervaren dat eieren heel sterk zijn.
Eventjes een ei door knijpen ging niet.
En 4 rauwe eieren konden een hele stapel boeken dragen zonder te barsten.
Daarna hebben we gekookte eieren voorzichtig afgepeld, op zoek naar de luchtkamer en het vlies.
Tot slot hebben we van de afgepelde eieren eiersalade gemaakt en dit op toastjes opgegeten.
zondag 17 januari 2016
leesboeken
De woorden van Veilig en Vlot blijven heel belangrijk, maar het lezen van boeken wordt ook steeds belangrijker.
We leren de letters en de woorden om uiteindelijk teksten en boeken te kunnen lezen.
Het lezen van boeken moet meer zijn dat het verklanken van letters; je moet begrijpen wat je leest.
Wanneer uw kind het nog moeilijk vindt om zinnen te lezen, laat dan na het verklanken de hele zin herhalen.
Wanneer het nog druk bezig is de woorden te ontcijferen, zal het niet horen wat het eigenlijk zegt én dus ook geen fouten opmerken.
Door de zin nog een keer te herhalen, krijgt het oor voor wat het leest.
Kinderen, die heel snel lezen, hebben een andere valkuil: zij lezen zo snel dat ze niet meer letten op wat ze lezen.
Bij deze kinderen kunnen vragen over de inhoud van wat ze gelezen hebben gesteld worden .
Tijdens het eten en drinken lees ik altijd voor.
Op dit moment is het leesboek "Krik" van Hanna Kraan, over een eekhoorn, die in een boom in de tuin van Petje en Staartje woont. Samen met Domper (een pad) en Melle (een merel) beleefd hij avonturen.
We leren de letters en de woorden om uiteindelijk teksten en boeken te kunnen lezen.
Het lezen van boeken moet meer zijn dat het verklanken van letters; je moet begrijpen wat je leest.
Wanneer uw kind het nog moeilijk vindt om zinnen te lezen, laat dan na het verklanken de hele zin herhalen.
Wanneer het nog druk bezig is de woorden te ontcijferen, zal het niet horen wat het eigenlijk zegt én dus ook geen fouten opmerken.
Door de zin nog een keer te herhalen, krijgt het oor voor wat het leest.
Kinderen, die heel snel lezen, hebben een andere valkuil: zij lezen zo snel dat ze niet meer letten op wat ze lezen.
Bij deze kinderen kunnen vragen over de inhoud van wat ze gelezen hebben gesteld worden .
Tijdens het eten en drinken lees ik altijd voor.
Op dit moment is het leesboek "Krik" van Hanna Kraan, over een eekhoorn, die in een boom in de tuin van Petje en Staartje woont. Samen met Domper (een pad) en Melle (een merel) beleefd hij avonturen.
Projectlessen rekenen
We hadden afgelopen week 2 projectlessen; de ene ging over inhoud en de andere over bouwwerken van blokjes.
Inhoud:
Op de tafel in het midden van de kring stonden 5 flessen, glazen, bekers, vaasje enz.
Eerst hebben we de voorwerpen van meer naar minder gezet, zoals wij het dachten.
Daarna hebben we het gecontroleerd met water.
We zijn begonnen met het flesje, omdat we dachten dat daar het meeste in kon.
En dat bleek ook goed te zijn: in het glas kon niet zoveel, er bleef nog in het flesje zitten.
Zo hebben we alles uitgeprobeerd.
We bleken aardig goed gedacht te hebben; in twee voorwerpen paste evenveel.
Ook het woord maatbeker kennen we nu.
De les van de bouwwerken hebben we in tweetallen aan onze tafels gedaan. Om de beurt bouwden we een bouwwerk uit ons boek na met blokjes en telden dan hoeveel blokjes er gebruikt waren.
Met de wisbordjes hebben we de antwoorden nagekeken.
Inhoud:
Op de tafel in het midden van de kring stonden 5 flessen, glazen, bekers, vaasje enz.
Eerst hebben we de voorwerpen van meer naar minder gezet, zoals wij het dachten.
Daarna hebben we het gecontroleerd met water.
We zijn begonnen met het flesje, omdat we dachten dat daar het meeste in kon.
En dat bleek ook goed te zijn: in het glas kon niet zoveel, er bleef nog in het flesje zitten.
Zo hebben we alles uitgeprobeerd.
We bleken aardig goed gedacht te hebben; in twee voorwerpen paste evenveel.
Ook het woord maatbeker kennen we nu.
De les van de bouwwerken hebben we in tweetallen aan onze tafels gedaan. Om de beurt bouwden we een bouwwerk uit ons boek na met blokjes en telden dan hoeveel blokjes er gebruikt waren.
Met de wisbordjes hebben we de antwoorden nagekeken.
Uit een ei?
Kern 6 gaat over dieren.
In de gang staat deze kern geen winkel, maar een verteltafel.
Tijdens zelfstandig werken kunnen kinderen het introductieverhaal naspelen.
In de ontdekhoek staan 8 doosjes met diervoer: van wie is het, ruikt het lekker, ziet het er lekker uit?
Daarnaast ligt er een spel: wie eet wie op?
Tijdens de wereld-oriëntatieles hebben we gekeken welke huisdieren we hebben.
Hier hebben we een grafiek van gemaakt.
Onze huisdieren konden in 6 categorieën gezet worden: zoogdier, vogel, vis, insect, reptiel of amfibie.
De meeste kinderen hadden zoogdier thuis.
Zinnen maken
Afgelopen week hebben we geleerd hoe we goede zinnen kunnen maken.
In een goede zin staat wie er wat doet.
En een doe-woord (werkwoord).
De zin moest minstens 4 woorden groot zijn.
Als hulpmiddel kregen de kinderen een plaat uit het openingsverhaal van kern 6 te zien.
De kinderen kregen na ieder plaat even bedenktijd en daarna werd een staafje uit het beurtenzakje getrokken.
Iedereen kon een goede zin zeggen.
Eén kind hield niet op na één zin, maar gaf ons een heel verhaal! Goed gedaan!
Wat we ook geleerd hebben is het verschil tussen een en één.
We hebben afgesproken dat we vanaf nu /un/ zeggen tegen een en /een/ tegen één.
In een goede zin staat wie er wat doet.
En een doe-woord (werkwoord).
De zin moest minstens 4 woorden groot zijn.
Als hulpmiddel kregen de kinderen een plaat uit het openingsverhaal van kern 6 te zien.
De kinderen kregen na ieder plaat even bedenktijd en daarna werd een staafje uit het beurtenzakje getrokken.
Iedereen kon een goede zin zeggen.
Eén kind hield niet op na één zin, maar gaf ons een heel verhaal! Goed gedaan!
Wat we ook geleerd hebben is het verschil tussen een en één.
We hebben afgesproken dat we vanaf nu /un/ zeggen tegen een en /een/ tegen één.
Het beurtenbakje
Nog iets nieuws kwam deze week de klas in: het beurtenbakje (of in ons geval het beurtenzakje)
In een plastic zakje zitten 30 witte staafjes.
Op ieder staafje staat een naam; ieder kind zit erin.
Nadat ik een opdracht heb gezegd, controleer ik of dat ook echt begrepen is door een staafje uit het zakje te pakken.
Iedereen zit erin, dus iedereen kan een beurt krijgen.
Dit kind herhaalt wat de opdracht is.
Kan het kind het niet, dan wordt er nog een staafje uit het zakje gehaald.
Als dit kind de opdracht wel goed heeft herhaald, ga ik terug naar het eerste kind dat het niet wist. Deze moet nu nog een keer de opdracht herhalen.
Dit was wel even wennen, maar de tweede dag ging het al veel beter.
Op deze manier kan ik ook tijdens de uitleg controleren wat ik gezegd heb, begrepen wordt.
De kinderen zijn op deze manier veel meer betrokken bij de les.
Het wisbordje
Afgelopen week hebben alle kinderen een wisbordje gekregen.
Het wisbordje is gewoon een geplastificeerd dubbelgevouwen A4-tje.
Met een whiteboardstift kan hierop geschreven worden en met een klein doekje kan alles weer uitgeveegd worden.
Regelmatig tijdens de les bouw ik een controlemoment in: begrijpen de kinderen wat ik tot dan toe gezegd of uitgelegd heb?
Een voorbeeld uit een rekenles van afgelopen week:
3 +1 = 5 of 3 + 2 = 5 welke som is goed?
Tijdens de uitleg heb ik voorgedaan hoe de opdracht aangepakt moest worden.
Voordat we verder gaan wil ik checken of iedereen het begrepen heeft.
Er komt een opdracht op het bord en alle kinderen moeten een antwoord op hun wisbordje schrijven.
Daarna wordt het wisbordje omgedraaid, zodat het antwoord niet meer te zien is.
Aftellend 3,2,1 laat iedereen zijn antwoord aan mij zien.
In één oogopslag weet ik of het begrepen is of dat er meer uitleg nodig is.
Enkele kinderen kregen nog verlengde instructie van mij en konden aan het einde van de les ook de sommen zelf maken.
De andere kinderen konden zelfstandig in het werkboek werken en bij het nakijken bleek dat bijna iedereen foutloos had gewerkt.
Het wisbordje heeft wat mij betreft zijn nut al bewezen, alle kinderen zijn actief bezig en het begrip is beter.
Wat de kinderen er zelf van vinden? Vraag het ze maar!
Het wisbordje is gewoon een geplastificeerd dubbelgevouwen A4-tje.
Met een whiteboardstift kan hierop geschreven worden en met een klein doekje kan alles weer uitgeveegd worden.
Regelmatig tijdens de les bouw ik een controlemoment in: begrijpen de kinderen wat ik tot dan toe gezegd of uitgelegd heb?
Een voorbeeld uit een rekenles van afgelopen week:
3 +1 = 5 of 3 + 2 = 5 welke som is goed?
Tijdens de uitleg heb ik voorgedaan hoe de opdracht aangepakt moest worden.
Voordat we verder gaan wil ik checken of iedereen het begrepen heeft.
Er komt een opdracht op het bord en alle kinderen moeten een antwoord op hun wisbordje schrijven.
Daarna wordt het wisbordje omgedraaid, zodat het antwoord niet meer te zien is.
Aftellend 3,2,1 laat iedereen zijn antwoord aan mij zien.
In één oogopslag weet ik of het begrepen is of dat er meer uitleg nodig is.
Enkele kinderen kregen nog verlengde instructie van mij en konden aan het einde van de les ook de sommen zelf maken.
De andere kinderen konden zelfstandig in het werkboek werken en bij het nakijken bleek dat bijna iedereen foutloos had gewerkt.
Het wisbordje heeft wat mij betreft zijn nut al bewezen, alle kinderen zijn actief bezig en het begrip is beter.
Wat de kinderen er zelf van vinden? Vraag het ze maar!
Abonneren op:
Posts (Atom)